Dit akkoord kwam tot stand na maandenlange onderhandelingen met de organisaties van werkgevers (VVSG en VVP) en de representatieve vakorganisaties (ACV-OD, VSOA en ACOD). Uiteindelijk werd een akkoord bereikt met de werkgevers en het ACV-OD.
Het sectoraal akkoord bestrijkt een periode van zes jaar ipv de gebruikelijke tweejaarlijkse akkoorden. Minister Keulen: "Dit geeft de lokale besturen meer zekerheid over de uitgaven die zij zullen moeten doen de komende jaren. Zeker in het licht van de moeilijke financiële situatie van vele gemeenten. Verder is het interessant dat dit akkoord loopt tot het begin van de volgende gemeentelijke legislatuur. Zo weten gemeenten exact tot de volgende legislatuur welke bijkomende uitgaven zij moeten doen voor het personeel."
De belangrijkste blikvangers
Voor 2008:
Minister Keulen: "Ik ben van mening dat het een zeer uitgebalanceerd akkoord is. Er zitten maatregelen in voor het ganse personeel, naast ook specifieke maatregelen voor de topambtenaren en de ploegbazen. Eén van de belangrijkste engagementen betreft de opstart van de tweede pensioenpijler voor contractuelen. Immers, 60% van het personeel van de lokale besturen zijn contractuelen. Ongeacht het feit dat zij hetzelfde werk leveren als hun statutaire collega's, is hun pensioen gemiddeld de helft lager dan dat van de statutairen. We willen dan ook in samenwerking met de sociale partners, een stelsel opzetten dat komaf maakt met deze onrechtvaardigheid, die meer dan de helft van de personeelsleden van de lokale besturen treft. Hierbij staat de doelstelling voorop om op termijn de kloof tussen het pensioen voor contractuele personeelsleden en het ambtenarenpensioen te dichten."
Het sectoraal akkoord bestrijkt een periode van zes jaar ipv de gebruikelijke tweejaarlijkse akkoorden. Minister Keulen: "Dit geeft de lokale besturen meer zekerheid over de uitgaven die zij zullen moeten doen de komende jaren. Zeker in het licht van de moeilijke financiële situatie van vele gemeenten. Verder is het interessant dat dit akkoord loopt tot het begin van de volgende gemeentelijke legislatuur. Zo weten gemeenten exact tot de volgende legislatuur welke bijkomende uitgaven zij moeten doen voor het personeel."
De belangrijkste blikvangers
Voor 2008:
- verhoging eindejaarstoelage met 250 euro voor niveau C, D en E
- verhoging eindejaarstoelage met 250 euro voor niveau B en A
- verhoging salaris OCMW secretaris en gemeentesecretaris met 3,5%
- invoering bijkomende salarisschaal voor ploegbazen
- mobiliteit inzake personeel tussen gemeenten en OCMW structureel mogelijk maken
- opstart tweede pensioenpijler voor contractuelen
- elk jaar verhoging eindejaarstoelage met 100 euro voor alle niveaus
Minister Keulen: "Ik ben van mening dat het een zeer uitgebalanceerd akkoord is. Er zitten maatregelen in voor het ganse personeel, naast ook specifieke maatregelen voor de topambtenaren en de ploegbazen. Eén van de belangrijkste engagementen betreft de opstart van de tweede pensioenpijler voor contractuelen. Immers, 60% van het personeel van de lokale besturen zijn contractuelen. Ongeacht het feit dat zij hetzelfde werk leveren als hun statutaire collega's, is hun pensioen gemiddeld de helft lager dan dat van de statutairen. We willen dan ook in samenwerking met de sociale partners, een stelsel opzetten dat komaf maakt met deze onrechtvaardigheid, die meer dan de helft van de personeelsleden van de lokale besturen treft. Hierbij staat de doelstelling voorop om op termijn de kloof tussen het pensioen voor contractuele personeelsleden en het ambtenarenpensioen te dichten."