Actuele interpellatie inzake de toewijzing van bouwkavels in de Vlaamse Rand

08/04/2010 - Over de praktijken van sommige gemeentebesturen in de Vlaamse rand inzake de toewijzing van bouwkavels op hun grondgebied.

Het is in het belang van iedereen dat al wie zich in Vlaanderen vestigt Nederlands leert omdat het de zoektocht naar werk vergemakkelijkt, een teken is van bereidheid tot inburgering, het maakt het voor de kinderen gemakkelijk om hun onderwijs te doorlopen, oudercontacten in onderwijsinstellingen worden begrijpelijk en sociale contacten en deelnemen aan het gemeenschapsleven worden veel eenvoudiger. De taal van de gemeenschap spreken en begrijpen is een noodzaak en geeft voorsprong om in te burgeren. Je moet als overheid dan ook een beleid voeren dat dit zoveel mogelijk promoot en bevordert. Maar je hoort bij het uittekenen van dit beleid te kleuren binnen de lijnen die de wetten en de decreten hebben vastgelegd.

Dat een college van Burgemeester en Schepenen bekommerd is over de betaalbaarheid van het wonen in hun gemeente, is een absoluut normale bekommernis. Maar zoals dat geldt voor ieder beleid, dienen ook hier de grenzen van de wettelijkheid door alle beleidsverantwoordelijken gerespecteerd te worden.

Het moge duidelijk zijn dat de praktijken waarbij gemeentebesturen in de Vlaamse Rand informele afspraken maken met private verkavelaars om hun gronden enkel te verkopen aan kandidaten die door het College of de Burgemeester zijn geselecteerd, botsen met de wettelijke bepalingen. Het feit dat de afspraken trouwens informeel worden gemaakt, doet vermoeden dat de onwettelijkheid ook wordt erkend. En desondanks vernemen we dat in Gooik onwillige verkavelaars in de toekomst nieuwe projecten worden ontzegd.

Het is aan de Vlaamse Regering en in het bijzonder de Vlaamse Minister die bevoegd is voor het Binnenlands Bestuur om toe te zien op de wettelijkheid van de aan zijn of haar toezicht onderworpen besturen, in deze dus de gemeentebesturen. Daarom vind ik een reactie van de functioneel bevoegde Minister, die deze manifest onwettelijke praktijken aanmoedigt, totaal ongepast.

Daarom zou ik van de Minister, bevoegd voor het binnenlands bestuur, willen vernemen waarop hij zich baseert om zijn steun uit te spreken voor de geciteerde praktijken. Waarom hanteert de Minister de ene keer terecht wel het legaliteitsprincipe, en de andere keer niet ?

Van de Minister, bevoegd voor het woonbeleid, wens ik te vernemen of zij de visie van de Minister van Binnenlands Bestuur deelt ?

Meest Recente Posts

In de kijker

Contact

Hoe kan ik u helpen?

Heeft u vragen, opmerkingen of suggesties? Contacteer mij gerust.