In België geldt de leerplicht van zes tot achttien jaar. De meesten jongeren gaan minstens vijftien jaar voltijds naar school. Ze zijn er als kleuter ingestapt, ze stappen er als jongvolwassenen weer uit. Eens zij achttien zijn, gaan velen op zoek naar een plaats op de arbeidsmarkt. De meest ondernemende beginnen binnen enkele maanden misschien al een eigen zaak. Anderen studeren nog verder in ons hoger onderwijs. Dit zijn allemaal moeilijke keuzes, die van grote invloed kunnen zijn op het verdere leven van de meisjes en jongens die voor die keuzes staan.
Goed advies is in elk van deze gevallen van goudwaarde. Onze scholen zouden het best geplaatst moeten zijn om dergelijk advies te kunnen geven. Nochtans verlaten achttienjarigen het secundair onderwijs zelden met meer dan een rapport met cijfers voor de verschillende vakken waarvoor zij examen hebben afgelegd. In een aantal gevallen krijgen zij ook een advies in verband met studiekeuze mee van hun school of van het CLB. Meer zit er doorgaans niet in. Eigenlijk is dat een magere evaluatie, na twaalf jaar voltijdse leerplicht. De jongeren die we de wereld in sturen om te werken, te ondernemen of te studeren, verdienen beter.
Eigenlijk zou ons onderwijssysteem in staat moeten zijn om onze jongeren een evaluatierapport mee te geven, met aandacht voor hun persoonlijkheid, hun vaardigheden en hun competenties. Op die manier zou de jongere beter inzicht krijgen in de eigen mogelijkheden, zijn of haar sterktes, zijn of haar verbeterpunten. Een beter zelfinzicht zou kunnen helpen bij het maken van keuzes qua werk en/of verdere studies. Zo moeilijk kan het ook niet zijn om een degelijke evaluatie te maken. We zien dat op de arbeidsmarkt dergelijk ‘assessment’ in een dag tijd gemaakt kan worden, en dat de rapporten die daarvan het resultaat zijn doorgaans een goed beeld schetsen van de persoonlijkheid van de betrokkene, en van zijn of haar vaardigheden en competenties. Waarom zou dat dan niet kunnen bij het afsluiten van een periode van twaalf jaar voltijds onderwijs?
Bovendien zou een dergelijke evaluatie ook het signaal geven aan onze jongeren dat er in het leven ook nog andere zaken zijn dan al dan niet hoog kunnen scoren op examens. Met zo’n evaluatie zouden we hen ook kunnen helpen om een juister zelfbeeld te hebben, waar het bijvoorbeeld gaat over hun persoonlijkheid, hun sociale en communicatieve vaardigheden, hun vaardigheden om problemen op te lossen, hun creativiteit, enzovoort. Dit zijn zaken die hun latere beroepsleven minstens even veel zullen bepalen als hun competentie om kennis te demonstreren op een examen.
Vlaams volksvertegenwoordiger Marino Keulen wil een debat op gang brengen rond de problematiek van de evaluatie bij einde schoolloopbaan. Daarom heeft hij vandaag Minister Smet geïnterpelleerd in de Commissie Onderwijs van het Vlaamse Parlement. Marino Keulen: “Ik heb de Minister van Onderwijs gevraagd om daarover na te denken, en er werk van te maken. Laat ons dit bespreken met de jeugdsector, met de werkgevers, met het hoger onderwijs. Laat ons uitzoeken welke evaluatie echt waardevol is voor de jongere zelf en laat ons dat dan ook realiseren. Na twaalf jaar op de schoolbanken verdienen die jonge dames en heren dat eigenlijk wel”.
De heer Minister van Onderwijs, Pascal Smet, was het idee ook genegen en zei dat hij dit wil laten uitwerken en opnemen in het decreet leerlingenbegeleiding, als een uitwerking van het ‘persoonlijk leerlingendossier’ dat hij daarin wil voorzien. Minister Smet verklaarde ook nog dat dit een opdracht zou zijn van de Klassenraad en het CLB.