Begin 2016 kondigde Vlaams minister voor Mobiliteit en Openbare Werken
Weyts aan dat de lijst met 802 zwarte punten, die dateerde uit 2002, bijna
afgewerkt was. Vlaams volksvertegenwoordiger Marino Keulen (Open Vld) stelde
een schriftelijke vraag over de 32 Limburgse zwarte punten die als indicatie
“kleine ingreep” meekregen. In een aantal gevallen betekent dit dat er
effectief een kleine ingreep gebeurd is aan het kruispunt (bv. de verkeerslichtenafstelling
is aangepast), maar meestal heeft deze term als gevolg dat het dossier
geklasseerd is. “In het kader van verkeersveiligheid is dat geen goede manier
om onveilige plaatsen aan te pakken, het is veeleer een vorm van misleiding,
het zou beter zijn moest men alle actoren (bv. de lokale besturen en het
Agentschap Wegen en Verkeer) samenbrengen om te komen tot een onderhandelde
structurele oplossing,” aldus Keulen.
De meeste zwarte punten uit de
lijst zijn kruispunten die tussen 2002 en 2006 in het investeringsprogramma van
het Agentschap Wegen en Verkeer opgenomen zijn, maar in realiteit heeft men
vooral in de periode 2007-2008 beslist om de verkeersgevaarlijke punten de
kwalificatie “kleine ingreep” te geven.
Enkele voorbeelden om het concept
“kleine ingrepen” te duiden:
·
er is een beveiligde fietsoversteekplaats
gekomen op de kruising tussen de Oude Tongersebaan en de Tongersesteenweg in
Sint-Truiden, een voorbeeld van een minimale ingreep die een positief effect
heeft op de verkeersveiligheid.
·
de kruising tussen de Jan Rosierlaan en de
Europalaan (N78) in Lanaken wordt heringericht met de realisatie van de
sneltramverbinding tussen Hasselt en Maastricht (Spartacus), voorlopig is er
dus nog niets gebeurd en wacht men op een groter infrastructuurwerk om het
zwarte punt aan te pakken.
·
de kruising tussen de Rijksweg (N78) en de
Joseph Smeetslaan / Dr. Haubenlaan in Maasmechelen is niet aangepast, hier is
geen overeenstemming bereikt over de vooropgestelde aanpassingen (enkel de
verkeerslichtenregeling voor afslaand verkeer is aangepast) en dus geen
structurele aanpassing gedaan.
·
de kruising tussen de Westerring en de
Onderwijslaan in Genk is onveranderd gebleven, hier werd door de bevoegde
actoren beslist om geen aanpassingen door te voeren.
Deze verschillende voorbeelden
laten zien dat onder de noemer “kleine ingreep” een variëteit aan mogelijkheden
zitten; gaande van een effectieve ingreep met positieve invloed op de verkeersveiligheid
tot simpelweg niets doen.
Door de zwarte punten de
indicatie “kleine ingreep” te geven, kon de Vlaamse overheid deze als administratief
afgehandeld zien. Uit het antwoord van de minister blijkt dat dit in de
praktijk vaak allesbehalve het geval is. “De meeste zwarte punten die onder
kleine ingreep vallen, hebben juist geen oplossing gekregen,” stelt Marino
Keulen vast. “Vaak heeft dit te maken met toekomstige infrastructuurwerken waar
men op wil wachten om dan het verkeersonveilige punt mee te nemen, maar
evengoed kan het dat de (lokale) overheid er geen budget voor heeft of niet tot
een compromis komt binnen de Provinciale Commissie Verkeersveiligheid of de
Gemeentelijke Begeleidingscommissie. Daarom besluit men dan om geen ingrepen te
doen.”
“Minister Weyts is van plan om te
werken met een dynamische lijst van zwarte punten, en dat is een positieve
evolutie, maar er dient wel over gewaakt te worden dat dossiers niet zomaar van
de tafel geveegd kunnen worden omdat er geen compromis is of een beperkt
budget. Verkeersveiligheid is een belangrijke zaak en een taak voor ieder van
ons,” besluit Keulen.