In juli van dit jaar werd duidelijk dat de subsidie van de provincie
Limburg voor de snelbussen ging wegvallen. Hierop stelde Vlaams
volksvertegenwoordiger Marino Keulen een vraag aan bevoegd minister Weyts over
het voortbestaan van de snelbussen. “Enerzijds omdat we in Limburg onderbedeeld
zijn in vlotte verbindingen van het openbaar vervoer met Antwerpen en Brussel
en anderzijds omdat binnen De Lijn er heel wat veranderingen op stapel staan
door de invoering van basisbereikbaarheid in plaats van het huidige
basismobiliteit,” stelt Keulen vast. “Zonder alternatief voor de drie
snelbuslijnen, blijven deze van cruciaal belang voor heel wat studenten en
werkende mensen.”
In 2012 sloten de provincie
Limburg en De Lijn een akkoord om de snelbussen te laten voortbestaan en voor
drie jaar te voorzien van provinciale subsidies. Deze dienden als tussenkomst
in de exploitatie van de snelbussen. Nu de provinciale subsidie wegvalt,
blijven de snelbussen wel rijden. Toch evalueert De Lijn deze continu en zal
bijsturen indien nodig.
“Ondanks het gegeven dat de
snelbussen worden geconfronteerd met teruglopende reizigersaantallen, is het
positief om vast te stellen dat deze behouden blijven. Ze zijn cruciaal voor de
ontsluiting van Limburg en het Maasland, zeker aangezien een groot gedeelte van
Noord-Oost-Limburg het moet stellen zonder spoormogelijkheden. Toch vind ik het
jammer dat De Lijn geen onderzoek wil doen naar de redenen voor deze terugloop
aan reizigers. Men vermoed dat dit komt omdat meer studenten in Limburg blijven
om te studeren en omdat het treinstation van Hamont-Achel heropend is in april
2014,” aldus Marino Keulen.
“Destijds was ik één van de grote
verdedigers van de snelbussen,” legt Keulen uit. “In de huidige situatie is het belangrijk dat
De Lijn de teruglopende reizigersaantallen onderzoekt. Echte cijfergegevens en
onderzochte meningen heeft men niet. Dat is een gemiste kans, zeker met het oog
op de uitvoering van de snelbuslijnen in het kader van Spartacus en de
hervormingen die De Lijn ondergaat. Er komt een vervoerregio Hasselt-Genk en
deze kan beslissen om eventueel snelbussen in te zetten als een vorm van
hoogwaardig openbaar vervoer binnen het aanvullend net, maar dan moeten er wel
beschikbare data zijn uiteraard,” volgens Keulen.