De piste van mobiele
trajectcontrole is een eerste maal in 2015 gelanceerd door Vlaams minister van
Mobiliteit en Openbare Werken Weyts, maar door technische bezwaren rond ijking
blijft het wachten op de eerste uitrol op het terrein. Niet-gekeurde toestellen
kunnen immers geen wettige overtredingen vaststellen. Over de voortgang heeft
Vlaams volksvertegenwoordiger Marino Keulen (Open Vld) een schriftelijke vraag
gesteld aan de bevoegde minister.
Marktbevraging toont interesse
vanuit de fabrikanten
Er is een marktbevraging gedaan door het Agentschap Wegen en Verkeer
(AWV) gedaan over de technische mogelijkheden van mobiele trajectcontrole en
hieruit bleek dat er interesse is in de markt om mobiele trajectcontroles te
ontwikkelen, behalve dat er technische obstakels zijn met betrekking tot de
keuring van deze toestellen (ijking). De uitdaging schuilt erin een logistieke
(keurings-) methodiek te ontwikkelen die optimaal is afgestemd op de oplossing
in kwestie, waarbij de doorlooptijd om het toestel operationeel te krijgen zo
klein mogelijk wordt gehouden en vastgestelde snelheidsovertredingen wettelijk
correct zijn.
Voor het beheer van de toestellen zal men gebruik maken van een
dienstverlener (in realiteit zal dit de fabrikant van de mobiele
trajectcontrole zijn). AWV en de federale wegpolitie (die instaat voor de
exploitatie) zullen de locaties in onderling overleg bepalen. Aangezien het om
een mobiele vorm van trajectcontrole gaat, zijn de trajecten variabel en worden
de toestellen regelmatig gewisseld van locatie.
Aanbesteding en stappenplan in
de pijplijn
Een effectieve aanbesteding wordt momenteel bestudeerd en een te
volgen stappenplan uitgewerkt. “Dit maakt dat het gebruik van de mobiele
trajectcontrole nog niet voor morgen zal zijn, maar Vlaanderen hier wel
positieve stappen voorwaarts zet”, aldus Keulen.